Verhalen geven mensen plezier, moed en hoop.
Het Openluchtmuseum in Arnhem heeft in een 19e eeuws Meppels theehuis
een Afro-Caribische sfeer gecreëerd door er een boom neer te zetten waaronder verhalen verteld worden: de Anansiboom. Verhalenverteller en theatermaker Wijnand Stomp en documentairemaker Jean Hellwig hebben aan de wieg van deze vertelplek gestaan. Aan de boom hangen een heleboel schoenen en die zijn meer dan een blikvanger. Ze symboliseren het feit dat wij allemaal in de voetsporen van de slavernij lopen. Hoe doe je dat? Zoiets zwaars als de slavernij combineren met verhalen over de listige spin Anansi, die zich uit elke penibele situatie weet te redden? Het project De kracht van het verhaal doet het en dat is niet toevallig. De Anansiverhalen hebben alles met slavernij te maken. Ze komen namelijk oorspronkelijk uit Ghana en zijn door de slaventransporten onder meer op de Antillen en in Suriname terechtgekomen, maar daarmee was hun reis nog niet ten einde.
Een meester in het uit de penarie komen
Anansi is een fabeldier met menselijke karaktereigenschappen. Deze spin is slim, egoïstisch, lui, hij liegt en bedriegt, vermoordt zelfs andere dieren en is zonder enige gewetenswroeging uit op zijn eigen voordeel. Tegelijkertijd is hij op zijn manier recht door zee, optimistisch, moedig, volhardend en is als een echte strateeg de luisteraar of lezer altijd een paar stappen voor. Dit levert bijzonder grappige verhaalwendingen op. Nee, bij een Anansiverhaal valt niemand in slaap. Hij zet je aan het denken over hoe het tussen de dieren, nou ja mensen eigenlijk, in elkaar zit. Hij is de meester van het perspectief, doordat hij altijd wel een of andere weg weet om uit de penarie te komen. Daar raakt het aan een zekere levenswijsheid, die je tussen de regels van het verhaal door wordt ingefluisterd.
Protest
De verhalen zijn oorspronkelijk een onderdeel van de orale traditie van West-Afrika. In deze traditie van verhalen vertellen heeft Kweku Ananse, zoals hij in Ghana heet, vaak een hoofdrol. Vaak, maar niet altijd. Er zijn verhalen waarin hij niet meedoet, die tóch een Anansiverhaal worden genoemd. Dat is interessant, want blijkbaar is er iets dat bepalender is dan zijn rol en dat is de les die eruit te halen is. De verhalen hadden een zekere mythische lading en ze waren zo belangrijk voor de mensen dat ze nog steeds werden verteld in hele andere omstandigheden, op een ander continent. De inhoud veranderde mee en paste zich aan aan de nieuwe werkelijkheid van het harde leven van de slaven op de plantages. Zingen en dansen was ze verboden, maar elkaar verhalen vertellen mocht wel. Al snel ging bijvoorbeeld een dikke, wat domme tijger een rol spelen en het was wel duidelijk dat die symbool stond voor de plantagehouders. Anansi was de tijger natuurlijk keer op keer te slim af en zo werden de verhalen protestverhalen. Een sluimerend protest dat bemoedigde en troost gaf.
Een verhaal als verbinder
Hellwig en Stomp hebben met hun project De kracht van het verhaal een vruchtbare samenwerking tot stand gebracht door een bundeling van krachten. De methode die ze gebruiken is documentary meets storytelling: een mix van verhalen en gefilmde portretten. Hun samenwerking begon doordat Hellwig, in het kader van zijn project Anansi-Masters, een evenement had georganiseerd dat Stomp presenteerde. Er bleek een wederzijdse bevlogenheid met betrekking tot Anansi. Jean Hellwig is van huis uit antropoloog en daardoor geïnteresseerd in hoe culturen met elkaar samenwerken, in gevecht gaan of vermengen.
‘Ik ben zelf ook een resultaat van een cultuurvermenging: half Indonesisch, half Nederlands. Daarnaast ben ik filmmaker en zie ik een verhalentraditie die zich over de wereld heeft verspreid door historische feiten. Die traditie is nog echt levend. Mensen hebben er werkelijk iets aan. Het geeft ze identiteit, maar ook de mogelijkheid om te communiceren, bijvoorbeeld over hun verschillende achtergronden. Dat vind ik buitengewoon fascinerend.’ Wijnand Stomp is in Nederland geboren en op Curaçao opgegroeid. Hij heeft de Anansiverhalen daardoor als kind al meegekregen. ‘Ik ben Antilliaans- Surinaams-Nederlands,’ zegt hij. ‘In Ghana kwam ik de Anansiverhalen opnieuw tegen en toen ben ik er pas achtergekomen dat ze met de trans-Atlantische driehoek van de slavernij te maken hebben en dat de verspreiding daarna ook verder is gegaan. Bijzonder vind ik dat bij deze verhalen niemand een negatieve associatie met de slavernij legt. Niemand! Dat zegt iets over de kracht die erin zit. De slaven hebben ze gebruikt als protestverhalen. Het was een manier van verzet. Er zit veel power in, nog steeds. Je kunt er veel instoppen en in de nieuwe verhalen zit altijd weer iets van de tijdgeest waarin ze geschreven zijn. Je kunt Anansi een popster laten zijn. Je mag er vrij mee omgaan en dat is de enige kans om de verhalen überhaupt te laten overleven. Dat vind ik zo jammer als je het verhaal van bijvoorbeeld Reinaert de Vos leest, dat is helemaal hetzelfde gebleven. Er zijn natuurlijk ook mensen die er anders over denken. Er zijn er die zeggen dat het niet kan wat wij doen, omdat het anders is dan in het boek van hun oma.’
Jean vult aan: ‘Ik ken ook vertellers op Jamaica die vinden het een soort godslastering als er een verhaal is waarin Anansi iemand anders vermoordt, terwijl dat best vaak voorkomt. Anansi zou dat nooit doen in hun beleving.’
De kracht van het verhaal
De Anansiverhalen ontwikkelen zich overal op hun eigen manier, maar ze zijn toch allemaal met elkaar verbonden doordat ze gaan over leren, doorgeven, opvoeden, bemoedigen en plezier. Ze gaan over het leven en spiegelen wat de mensen meemaken. Een duidelijk voorbeeld daarvan is dat op de Caraïben er in de rouwdagen tijdens de wake Anansiverhalen worden verteld waarin de overledene een rol heeft.
Sinds de vorige eeuw zijn de verhalen ook opgeschreven, waardoor het behalve een orale traditie, ook een geschreven traditie werd. De verhalen worden daardoor behouden, maar ook geïnterpreteerd en een beetje gekuist, vindt Hellwig. ‘Er zijn mensen die zeggen dat de verzamelde verhalen in de boeken hun traditie is, maar zij vergeten dat Anansi groter is dan dat en dat je ook nieuwe verhalen kunt maken. Soms dreigt een traditie te verstarren, maar tegelijkertijd wordt die dan vaak ook weer door andere mensen vlot getrokken. Ik vind dat een traditie zich moet vernieuwen en dat je daar andere media tegenaan mag gooien.’ Vanuit die gedachte is het project De kracht van het verhaal gestart. Ze waren het erover eens dat Anansi belangrijk is en gevoed mag worden met nieuwe impulsen. Door hun samenwerking was het heel goed mogelijk om de Anansigedachte, dat je met een verhaal een bepaalde boodschap kunt overbrengen, gestalte te geven. De uitgangspunten waren mensen informeren over belangrijke historische gebeurtenissen, zoals de slavernij, en tegelijkertijd nieuwe verhalen maken. Zo zijn ze op het idee gekomen om mensen op te zoeken langs de driehoek van het slavernijverleden –Nederland, West-Afrika, Caraïben – , waar je Anansi kunt vinden. Van gewone mensen in al die landen zijn documentaireportretten gemaakt, waarin zij vertellen over wat hun link met het slavernijverleden is.
Verbinder
Wijnand: ‘Ik ging op zoek naar mijn wortels en dan stuit je op zo’n groot stuk bepalende geschiedenis. Ik was benieuwd naar hoe het met de andere mensen gaat die hier ook uit zijn voortgekomen, of hoe is het met de mensen die aan de andere kant hebben gestaan. Zowel hier als bijvoorbeeld in Ghana. Een vrouw op St. Eustatius zei: “We are still mental slaves.” Dat pakt me en boeit me.
De kern is dat iedereen er zijn eigen verhaal over te vertellen heeft. Dat geeft bewustwording, betekenisgeving en daar maak ik dan weer een Anansiverhaal van.’
Jean: ‘Het grappige is dat veel van de mensen die we gefilmd hebben Kompa Nanzi, zoals hij op de Antillen heet, of Anansi wel kennen, maar dat het voor hen toch ook vaak een bewustwording is. Overal waar we gaan en met ons verhaal bezig zijn, doet Anansi zijn werk al. Het is absoluut een verbinder tussen mensen, tijden en culturen!’
Anansiboom
De Anansiboom in het Openluchtmuseum noemen ze unaniem ‘fantastisch!’. ‘Verhalen geven mensen plezier, moed en hoop’, zegt Wijnand. ‘Het museum wilde iets doen met hun canonvenster rondom slavernij. Een boom waar verhalen onder worden verteld, past daar helemaal bij. Zo is het gaan groeien. Het is uniek. We vertrouwden erop dat we uit de gemeenschap mensen zouden krijgen die mee wilden werken en dat is ook gelukt. We hebben vrijwilligers opgeleid en zij vertellen met trots hun geschiedenis. De bezoekers reageren heel positief.’ Jean: ‘De mensen vinden het erg leuk om ontvangen te worden door een echt persoon. Door de filmpjes hebben ze een venster waardoor ze naar Afrika of de Antillen kijken, begeleid door een echt verhaal.’ De werkelijkheid wordt gekoppeld aan de fictionele werkelijkheid, waarbij de bezoekers worden uitgedaagd om zelf na te denken over hún link met het slavernijverleden. Er wordt ze ook gevraagd een bijdrage aan het project te leveren, door hun gedachten op papier te zetten en te delen.
Interactie
‘Anansi kan nog alle kanten op,’ zegt Stomp. ‘Actuele misstanden kun je ook gebruiken voor een nieuw verhaal. De documentairefragmenten kunnen zorgen voor actuele feiten over hoe mensen leven. Er wordt weleens gezegd dat je die Anansiverhalen niet aan kinderen moet vertellen, omdat ze te gruwelijk zijn. Ik vertel juist veel voor kinderen. Ik wil instappen in hun belevingswereld en aanvoelen hoe zij reageren. De spanningsboog kan ik veranderen door de interactie. Ik stel vragen en onderbreek ook mijn verhalen, bijvoorbeeld als een kind iets roept. Dan neem ik dat weer mee in mijn verhaal. Er is altijd interactie en die moet er ook absoluut zijn. Juist daardoor kun je heel goed een koppeling met de realiteit maken. Een goede verteller ademt en voelt mee met het publiek. Elk publiek is anders. Een Anansiverteller moet kunnen brullen als een tijger en kunnen dansen als een vogel. Dat is het benutten van de beeldtaal. Ik gebruik mijn stem en mijn lichaam. De kracht van het verhaal is het verbinden van mensen. Als wij de kracht van Anansi daarvoor kunnen gebruiken, dan is dat een hele mooie stap.’